Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over toepassing van de hardheidsclausule bij de afkoop van een lijfrente door een meerderjarig invalide kind.

Het gaat om de situatie waarbij een ouder een lijfrenteverzekering is aangegaan voor zijn invalide kind om te voorzien in zijn of haar levensonderhoud als de ouder dat niet meer kan. De verzekering is geëxpireerd en het kind moet met het beschikbaar gekomen lijfrentekapitaal een uitgestelde of direct ingaande lijfrente aankopen. Er is echter geen verzekeringsmaatschappij bereid om dit te doen. Daarom resteert alleen nog de mogelijkheid van een uitkering van het kapitaal ineens. Hierdoor is revisierente verschuldigd. Het (klein)kind heeft geen aftrek van de lijfrentepremies gehad.

In deze bijzondere situatie keurt de staatssecretaris met toepassing van de hardheidsclausule goed dat de verzekeringsmaatschappij het lijfrentekapitaal mag uitkeren alsof sprake is van de uitkering van een reguliere lijfrentetermijn. Hierdoor is geen revisierente verschuldigd.

Belastingplichtigen in een vergelijkbare situatie kunnen ook een beroep doen op de hardheidsclausule en dit verzoek indienen bij het Ministerie van Financiën.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 24 februari

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen