Stichting X is opgericht in 2008 en stelt zich ten doel het verschaffen van medische hulp, alsmede de zorg voor gehandicapten, weeskinderen en weduwen in derdewereldlanden. Vanaf 2011 heeft X de status van algemeen nut beogende instelling (ANBI). X raakt later in opspraak door bepaalde imams als gastspreker uit te nodigen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek trekt de inspecteur de ANBI-status in 2015 in, omdat de administratie niet voldoet aan de eisen van art. 52 AWR. Hof Den Haag oordeelt dat de ANBI-status terecht is ingetrokken. Zo zijn de jaarstukken over 2011, 2012 en 2013 pas begin 2015 opgesteld. Verder ontbreken facturen en betaalbewijzen van bestedingen voor de aankoop van hulpgoederen en van uitkeringen in contanten, zodat geen inzicht bestaat in de aard, de omvang en de frequentie van deze bestedingen en uitkeringen. Ook is eind 2014 een reserve gevormd, terwijl onduidelijk is voor welk doel deze is gevormd. Er is ook geen actueel beleidsplan waaruit de wijze van het beheer van het vermogen blijkt. X gaat in cassatie en stelt daarbij dat alle bonnen en facturen zijn overgelegd en dat de inspecteur noch het hof heeft geconcretiseerd wat er ontbreekt. Verder stelt X dat de wijze van administreren van hulp in contanten in noodsituaties overeenkomt met de wijze waarop andere hulporganisaties dat doen.
De Hoge Raad oordeelt dat de eisen die aan de administratie worden gesteld niet inhouden dat steeds van alle inkopen en uitgaven bonnen en facturen aanwezig moeten zijn. Volgens de Hoge Raad moet, bij de beoordeling of de administratie deugdelijk is, rekening worden gehouden met de plaats waar en de wijze waarop X haar activiteiten verricht. Verder is de Hoge Raad het met X eens dat het hof onvoldoende heeft aangegeven welke gegevens ontbreken. Ten aanzien van de in 2014 gevormde reserve merkt de Hoge Raad op dat het hof niet heeft onderzocht of er sprake is van het oppotten van vermogen. Ook heeft het hof zijn oordeel dat een actueel beleidsplan ontbreekt, gezien de door X overgelegde gegevens, onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X gegrond en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b