Hof Amsterdam acht hetgeen X aanvoert niet van voldoende gewicht om heropening van de zitting te rechtvaardigen. Daarbij merkt het hof op dat niet aannemelijk is dat X kort na het begin van de zitting is gearriveerd in het gerechtsgebouw.

X stelt administratief beroep in bij de heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier tegen de kosten van betekening van een dwangbevel ter grootte van € 37. Als de heffingsambtenaar zijn beroep ongegrond verklaart, stelt X beroep in bij Rechtbank Haarlem. De rechtbank verklaart zich onbevoegd met betrekking tot de uitspraken op bezwaar inzake de verzoeken om uitstel van betaling en kwijtschelding en verklaart het beroep voor het overige ongegrond. X verzoekt na de mondelinge behandeling van zijn hoger beroep – waar hij naar eigen zeggen door extreme file niet tijdig is gearriveerd – om heropening van de procedure.

Hof Amsterdam acht hetgeen X aanvoert niet van voldoende gewicht om heropening van de zitting te rechtvaardigen. Daarbij merkt het hof op dat niet aannemelijk is dat X kort na het begin van de zitting aanwezig was in het gerechtsgebouw. Navraag bij de bode leert namelijk het tegendeel. Het feit dat partijen pas in een laat stadium het proces-verbaal van de rechtbankzitting hebben gekregen, kan volgens het hof niet leiden tot gegrondverklaring van het hoger beroep van X. Inhoudelijk oordeelt het hof dat X aan de kwijtschelding voor het jaar 2010 niet het vertrouwen kan ontlenen dat de kosten van betekening met betrekking tot de onderwerpelijke aanslag (2007) ten onrechte in rekening zijn gebracht. Gezien het feit dat er geen sprake is van termijnoverschrijding heeft X ten slotte geen recht op een immateriële schadevergoeding. Het hoger beroep is ongegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:68

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 6 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen