Aan belanghebbende, X, wordt een informatiebeschikking opgelegd voor de jaren 2006 en volgende. Op 27 april 2012 doet de inspecteur uitspraak op het bezwaar van X betreffende een aanslag IB/PVV 2008. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat deze uitspraak de informatiebeschikking niet raakt.
Volgens de Hoge Raad biedt art. 52a AWR ruimte voor het gedeeltelijk vervallen van een informatiebeschikking die betrekking heeft op verschillende jaren en/of belastingmiddelen. Art. 52a lid 3 AWR dient aldus te worden toegepast dat het opleggen van een aanslag, een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag, of het geven van een beschikking zoals een uitspraak op bezwaar een informatiebeschikking doet vervallen, maar uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op hetzelfde belastingmiddel en op hetzelfde jaar. Anders dan het hof ziet de Hoge Raad echter geen ruimte om te onderzoeken of een aanslag, navorderingsaanslag, naheffingsaanslag dan wel beschikking een andere component van de belastingschuld betreft dan de informatiebeschikking die betrekking heeft op dezelfde belasting en op hetzelfde jaar. Het hof heeft de informatiebeschikking ten onrechte in stand gelaten voor het jaar 2008, voor het overige is de beslissing van het hof juist. Verwijzing moet volgen voor de vraag of de inspecteur op grond van art. 7:4 respectievelijk 8:42 Awb het controledossier en een intern memo ter inzage had behoren te geven respectievelijk aan de rechter had behoren te zenden. Het oordeel van het hof dat de inspecteur niet gehouden is deze stukken te verstrekken, houdt geen stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 7:4