Rechtbank Noord-Holland beslist dat X recht heeft op vergoeding van de integrale proceskosten. De inspecteur heeft onzorgvuldig gehandeld door de informatiebeschikking pas op het laatste moment in te trekken.
Aan X is een informatiebeschikking afgegeven in verband met door haar in het buitenland gehouden vermogen. De inspecteur vernietigt de informatiebeschikking kort voor de zitting bij de rechtbank, op 29 maart 2019. De inspecteur verwijst naar de arresten van de Hoge Raad van 16 maart 2018, 17/01663 (V-N Vandaag 2018/564) en 16/06097 (V-N Vandaag 2018/563). Daaruit volgt dat het belang van de bij de informatiebeschikking gestelde en in bezwaar gehandhaafde vragen inmiddels is vervallen. X geeft aan het beroep te willen handhaven in verband met haar verzoek om een integrale proceskostenvergoeding.
Rechtbank Noord-Holland is van mening dat de inspecteur in vergaande mate onzorgvuldig heeft gehandeld door de informatiebeschikking tot kort voor de geplande zitting op 29 maart 2019 te handhaven. De arresten van de Hoge Raad dateren immers van 16 maart 2018. Er is sprake van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in art. 2 lid 3 Besluit Proceskosten Bestuursrecht. Het beroep is niet-ontvankelijk. De inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van de integrale proceskosten aan X tot een bedrag van € 7.356,69.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Besluit proceskosten bestuursrecht 2 lid 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 26 juli