Het Hongaarse BDV Hungary Trading Kft. drijft een groothandel in conserven. BDV verkoopt haar producten ook in derde landen, hierbij wordt dan overeengekomen dat de koper de producten bij de lokalen van de verkoper afhaalt. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de Hongaarse fiscus dat BDV enkele transacties ten onrechte als exportverkoop heeft aangemerkt, omdat de goederen de EU pas na het verstrijken van de daarbij geldende driemaandstermijn hebben verlaten. Volgens de fiscus is de vrijstelling bij uitvoer dan niet van toepassing. De Hongaarse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat een termijnoverschrijding niet tot gevolg kan hebben dat de vrijstelling bij uitvoer niet meer van toepassing is. Volgens het HvJ EU is de Hongaarse regeling waarbij de vrijstelling niet van toepassing is als goederen, die bestemd zijn voor uitvoer naar een plaats buiten de Europese Unie, het grondgebied van de Europese Unie niet binnen een vaste termijn hebben verlaten, dan ook in strijd met het EU-recht.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie