Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op een huurtoeslag die is berekend op basis van de kale huurprijs en de servicekosten bestaande uit voorschot plus eindafrekening.

X huurt een woning van een woningcorporatie. Hij betaalt maandelijks een bedrag aan huur, bestaande uit kale huur plus servicekosten. De servicekosten is een verzamelnaam voor verschillende diensten die X van de woningcorporatie afneemt. In november 2017 ontvangt X een eindafrekening van de servicekosten van de woning, ten gevolge waarvan hij nog € 85 over 2016 verschuldigd is. Met de Belastingdienst/Toeslagen krijgt X een geschil over de hoogte van de huurtoeslag, in het bijzonder over de vraag of de rekenhuur moet worden berekend op basis van de servicekosten die hij maandelijks heeft betaald of over die servicekosten verhoogd met de eindafrekening.

Rechtbank Den Haag stelt vast dat in de Wet op de huurslag de rekenhuur is omschreven als de huur die de huurder per maand is verschuldigd vermeerderd met de servicekosten. De rechtbank oordeelt dat de wet geen grond biedt om bij het bepalen van de rekenhuur alleen de maandelijks betaalde servicekosten, die bij voorschot in rekening zijn gebracht, in aanmerking te nemen. Het wettelijke systeem van een voorschot gevolgd door een definitieve toekenning van huurtoeslag biedt de mogelijkheid om met de definitieve vaststelling van de servicekosten rekening te houden. Het beroep van X wordt gegrond verklaard. De rechtbank stelt de huurtoeslag zelf vast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41a

Wet op de huurtoeslag 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Huurrecht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen