Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat X woonachtig is in Nederland en dus de pensioeninkomsten terecht in de heffing zijn betrokken.

Belanghebbende, X, woont in Nederland en heeft pensioenrechten in het Verenigd Koninkrijk (VK) opgebouwd. X heeft met terugwerkende kracht vanaf 11 februari 2010 recht op het pensioen, maar de eerste betaling is pas in augustus 2012 ontvangen. Met name is in geschil of de overgangsbepaling voor overheidspensioenen die zijn ontvangen vóór de inwerkingtreding van het Verdrag NL-VK van toepassing is.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat X het gehele jaar 2014 woonachtig is in Nederland en dat de inspecteur terecht de pensioeninkomsten in de heffing heeft betrokken. X heeft de eerste betaling van het pensioen na de inwerkingtreding van het Verdrag (25 december 2010) ontvangen. Uit de parlementaire geschiedenis behorende bij het Verdrag is niet af te leiden dat de bewoordingen ‘ontvangen van betalingen’ van art. 30 lid 4 van het Verdrag ruim dienen te worden geïnterpreteerd. Zodoende is de overgangsmaatregel niet van toepassing. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 7 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen