Sportverenigng X gebruikt een kunstgrasveld, zijnde een zogenaamd semi-waterveld met sproei-installatie. Eén sproeibeurt kost 6.000 liter water. In geschil zijn de aan X opgelegde (voorlopige) aanslagen zuiveringsheffing over 2009 en 2010. De aanslagen zijn opgelegd aan de hand van het gemeten waterverbruik van X, zijnde 25 vervuilingseenheden. X stelt echter dat slechts een klein deel van het water wordt geloosd. In maart 2010 plaatst X na overleg met Waterschap De Dommel daarom een tussenmeter. Rechtbank 's-Hertogenbosch handhaaft de aanslagen. Het maakt niet uit dat X in de bezwaarfase niet is gehoord. X heeft haar standpunt namelijk voldoende duidelijk kunnen maken. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het alsnog houden van een hoorgesprek nadat reeds uitspraak op bezwaar was gedaan in strijd is met de wet. Weliswaar is daarbij de toezegging gedaan dat de aanslagen eventueel ambtshalve zullen worden verlaagd, maar de verlaging tot drie vervuilingseenheden was minder dan waar X in de bezwaarfase om vroeg. Terugwijzing naar de rechtbank is echter niet opportuun, aangezien partijen zulks niet wensen. X beroept zich terecht op het vertrouwensbeginsel. Het waterschap heeft namelijk zonder overleg met X in juni 2010 de stand van de tussenmeter opgenomen. X mocht er gelet op een eerdere schriftelijke uitlating van het waterschap vanuit gaan dat het waterschap de vanaf maart 2010 verstreken periode voldoende representatief achtte voor de in 2009 geloosde hoeveelheid water. De aanslagen worden dus verlaagd tot één vervuilingseenheid.