Belanghebbende (X bv) vervult een houdster en financieringsactiviteiten. De verliezen van belanghebbende bedragen ultimo 2003 € 637.564. In 2004 verkoopt belanghebbende twee deelnemingen in Spaanse vennootschapen voor € 59,1 mln. Ze leent vervolgens een groot deel van dit bedrag uit aan het Antilliaanse H nv, haar moedermaatschappij. H nv leent het bedrag weer uit aan haar moedermaatschappij, een Liechtensteinse trust. Belanghebbende is van mening dat de winst over de jaren 2004 en 2005 – die bestaat uit de ontvangen rente – kan worden verrekend met het verlies. Belanghebbende stelt hierbij onder andere dat de te verrekenen verliezen niet bij beschikking als houdsterverlies zijn vastgesteld, maar als gewoon verlies.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat pas met ingang van het boekjaar ingaande 1 januari 2004 een statusbeschikking hoeft te worden afgegeven. De rechtbank overweegt hierbij dat er geen overgangsrecht is opgenomen, zodat de nieuwe regelgeving niet alleen van toepassing is op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, maar ook op hetgeen reeds bij haar inwerkingtreding bestaat. Dit houdt in dat de houdsterverliesregeling ook van toepassing is op de voorwaartse verliesverrekening van verliezen die zijn ontstaan voor de invoering van de regeling, hoewel deze verliezen in het jaar waarin ze zijn geleden nooit zijn geëtiketteerd als houdster- financieringsverliezen. Het gelijk is aan de inspecteur.