X ontvangt een parkeerboete van € 63,85 omdat hij geen parkeergeld betaalt. X maakt digitaal bezwaar en de gemeente Arnhem verzuimt om het bezwaarschrift door te sturen naar de heffingsambtenaar, zodat deze kan worden afgehandeld. X stuurt het bezwaar nogmaals op, maar dan per post. De bezwaar- en beroepsprocedure nemen meer dan twee jaar in beslag. De rechtbank wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af, omdat de sprake is van een zeer gering financieel belang. De parkeerboete bedraagt namelijk € 63,85.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X wel degelijk recht heeft op immateriële schadevergoeding. De Hoge Raad besliste eerder dat sprake is van een zeer gering financieel belang indien de som van de bedragen niet meer dan € 15 is. Het hof ziet geen redenen om van dit bedrag af te wijken. Aangezien de parkeerboete hoger is dan deze € 15 wordt verondersteld dat sprake is van spanning en frustratie bij een termijnoverschrijding van twee jaar. Omdat de termijnoverschrijding geheel te wijten is aan de bezwaarfase veroordeelt het hof de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schadevergoeding voor een bedrag van € 2500.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden