Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Na de verlaging van de WOZ-waarde is in beroep alleen nog in geschil of de gemeente Deventer terecht heeft geweigerd de bezwaarkosten van X te vergoeden. Rechtbank Zwolle-Lelystad kent X alsnog een vergoeding van € 218 toe voor rechtsbijstand. De kosten van deskundigenbijstand worden niet vergoed vanwege de verwevenheid tussen de verleende rechtsbijstand en deskundigenbijstand.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 8 januari 2013, 11/00266, V-N Vandaag 2013/40) oordeelt dat X naast de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand ook recht heeft op een vergoeding van de kosten van deskundigenbijstand. Van verwevenheid is geen sprake nu de beide vormen van bijstand vanuit verschillende ondernemingen worden aangeboden en ook separaat bij X in rekening zijn gebracht. X ontvangt alsnog een vergoeding van € 238 voor deskundigenbijstand en € 5,90 voor de kosten van een kadastraal uittreksel. Het hof oordeelt verder dat de rechtbank voor rechtsbijstand in de beroepsfase een wegingsfactor van 0,25 mocht toepassen. Voor het hoger beroep hanteert het hof een factor van 0,5. Het principale hoger beroep van X is gegrond. Het incidentele beroep van de gemeente, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep in eerste aanleg, faalt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15