Belanghebbende, X, werkt als zelfstandig zorgverlener. In het jaar 2012 verleent X via bemidddelingsorganisatie C bv AWBZ-thuiszorg in natura en verleent zij zorg aan twee PGB-cliënten. Via een geautomatiseerd proces is aan X een VAR WUO afgegeven. X geeft haar inkomsten over 2012 aan als winst uit onderneming. De inspecteur corrigeert de aangifte. De inkomsten die samenhangen met de zorg voor de PGB-cliënten worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. De vergoeding voor de verleende zorg die van C bv wordt ontvangen vormt volgens de inspecteur loon. X gaat in beroep.
Volgens Rechtbank Gelderland heeft X met betrekking tot de werkzaamheden die zij via C bv verricht niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van ondernemerschap. X kan niet onder eigen verantwoordelijkheid en voor eigen rekening en risico zorgwerkzaamheden in natura aan zorgvragers aanbieden. X is dusdanig afhankelijk van C bv dat zij niet over de voor het ondernemerschap noodzakelijke zelfstandigheid beschikt. Ook maakt X niet aannemelijk dat zij ondernemersrisico loopt, aldus de rechtbank. Dat aan haar, automatisch, een VAR WUO is afgegeven maakt niet dat X erop mocht vertrouwen dat zij als ondernemer zou worden aangemerkt. Volgens de rechtbank is er ook niet sprake van een dienstbetrekking tussen X en C bv omdat de inspecteur een gezagsverhouding onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. De inkomsten, ook die zijn verkregen uit de zorg aan twee PGB-cliënten, worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 29 mei