Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de beginselen van behoorlijk bestuur niet zo ver voeren dat de inspecteur vóór het verstrijken van de zesmaandsperiode waarna belastingrente wordt berekend een VA moet opleggen.

De inspecteur legt een VA VPB op aan X bv. Hierbij wordt tevens een beschikking belastingrente vastgesteld, zonder rechtsmiddelverwijzing. Vervolgens legt de inspecteur een definitieve aanslag op, zonder belastingrente. X bv maakt daarop bezwaar tegen de bij de VA in rekening gebrachte belastingrente. De inspecteur vat dit bezwaar op als een verzoek om herziening van de VA VPB, en wijst het af. X bv is van mening dat de inspecteur vóór het verstrijken van de zesmaandsperiode waarna belastingrente wordt berekend een VA had moeten opleggen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de beginselen van behoorlijk bestuur niet zo ver voeren dat de inspecteur vóór het verstrijken van de zesmaandsperiode waarna belastingrente wordt berekend een VA moet opleggen. Vervolgens merkt de rechtbank op dat het verder ook binnen de invloedssfeer van X bv zelf ligt om de verschuldigdheid van belastingrente te beperken. Zij had de inspecteur namelijk zelf kunnen vragen om een VA vast te stellen. De belastingrente is terecht in rekening gebracht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen