Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat er sprake is van een verlies uit aanmerkelijk belang van € 250.000. In zakelijke verhoudingen is het namelijk ongebruikelijk dat de verkoper na verloop van negen jaren instemt met een verlaging van de verkoopprijs.

Belanghebbende, X, verkoopt in 2005 zijn aandelen in B bv aan D bv voor € 1.250.000. Q, de zoon van X, houdt de aandelen in D bv. In 2014 komen X en Q overeen dat de overdrachtsprijs nader wordt vastgesteld op € 1 mln. In 2013 is namelijk ontdekt dat de pensioenverplichting voor een te laag bedrag in aanmerking is genomen. Ook is er bij de aandelenwaardering ten onrechte geen rekening gehouden met de toekomstige jaarlijkse pensioendotaties. X is van mening dat er hierdoor sprake is van een verlies uit aanmerkelijk belang van € 250.000.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat er sprake is van een verlies uit aanmerkelijk belang van € 250.000. De rechtbank acht daarbij van belang dat de overdracht in 2005 is begeleidt door een registeraccountant, en dat de berekening van de overdrachtsprijs ook aan de Belastingdienst ter beoordeling is voorgelegd. Vervolgens merkt de rechtbank nog dat het in zakelijke verhoudingen ongebruikelijk is dat de verkoper na verloop van negen jaren instemt met een verlaging van de verkoopprijs. Zeker als er geen nadere berekening ten grondslag ligt aan de verlaging. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 6 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen