De inspecteur heeft aan X navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd over de jaren 1990 t/m 2000 en vermogensbelasting over de jaren 1991 t/m 2000 telkens met verhogingen respectievelijk boeten van 100%. De aanslagen zijn opgelegd op basis van het saldo van een bankrekening van X bij de Kredietbank S.A. Luxembourgeoise te Luxemburg. In beroep is in geschil of X dan wel haar partner het hoogste persoonlijke inkomen had in elk van de jaren.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X gedurende elk van de in het geding zijnde jaren het hoogste persoonlijke inkomen heeft genoten. De inspecteur heeft dit aannemelijk gemaakt met al hetgeen hij daarover heeft aangevoerd en aan stukken heeft ingebracht. Het gelijk is aan de inspecteur. Wat betreft de cijfermatige afwikkeling van de procedure sluit het hof zich aan bij hetgeen partijen daarover zijn overeengekomen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16