De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft een standpunt gepubliceerd over het bezitsvereiste bij een faillissement van een gevoegde dochtermaatschappij. Het verlies van de beheers- en beschikkingsbevoegdheid over het vermogen aan de curator heeft geen gevolgen voor het voldoen aan het bezitsvereiste van art. 15 lid 1 Wet VPB 1969.

In de voorgelegde casus gaat het om een fiscale eenheid VPB tussen moedermaatschappij Y bv en dochtermaatschappij A bv. A bv wordt door de rechtbank failliet verklaard en er wordt een curator toegewezen. Door de faillietverklaring verliest A bv de beheers- en beschikkingsbevoegdheid over haar vermogen aan de curator. Dit leidt er niet toe dat niet meer aan het bezitsvereiste wordt voldaan. In de beschouwing wordt toegelicht dat bij een faillissement, ondanks het in dat geval altijd overgaan van de beheers- en beschikkingsbevoegdheid naar de curator, nog steeds aan het bezitsvereiste wordt voldaan totdat sprake is van ontbinding en vereffening.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15aa

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 21 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen