De Kennisgroep overdrachtsbelasting stelt dat in casu ter zake van de vestiging van het opstalrecht geen overdrachtsbelasting verschuldigd is als de vestiging geschiedt voorafgaand aan of na het aanbrengen van de zonnepanelen.
X vestigt ten behoeve van A bv een zakelijk recht van opstal op de grond en/of het pand waarop of waaraan de van A bv gehuurde zonnepanelen worden geplaatst. De zonnepanelen worden voor eigen rekening geplaatst door A bv en voor de vestiging van het opstalrecht is A bv geen retributie of een andere tegenprestatie verschuldigd. De vragen rijzen of A bv vanwege de vestiging van het opstalrecht overdrachtsbelasting verschuldigd is als de vestiging geschiedt voorafgaand aan het aanbrengen van de zonnepanelen dan wel na het aanbrengen van de zonnepanelen. De kennisgroep beantwoordt deze vragen ontkennend. Bij vestiging voorafgaand aan het aanbrengen van de panelen omvat het opstalrecht nog niet de eigendom van de zonnepanelen. Dit leidt, rekening houdend met het feit dat geen retributie verschuldigd is, tot een waarde van het opstalrecht van nihil. Indien de vestiging plaatsvindt ná het aanbrengen van de zonnepanelen omvat het opstalrecht wel de eigendom. De waarde van het opstalrecht is dan gelijk aan de waarde van de zonnepanelen. Echter omdat de zonnepanelen door A BV voor eigen rekening zijn geplaatst geldt de vrijstelling van art. 15 lid 1 sub i WBR. Deze vraag en de beantwoording ervan is een bevestiging en verduidelijking van het kennisgroepstandpunt KG 16-052-02, dat is gepubliceerd in het 4e deelbesluit WOO-verzoeken kennisgroepstandpunten van 27 juli 2023.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 11
Wet op belastingen van rechtsverkeer 9
Wet op belastingen van rechtsverkeer 8
Wet op belastingen van rechtsverkeer 2
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 21 december
Informatiesoort: VN Vandaag