Volgens de Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de Hoge Raad in het arrest van 13 januari 2023 (HR 13 januari 2023, 20/01589, BNB 2023/40, V-N 2023/4.7) geen nadere invulling gegeven aan de begrippen “prijsgeven” en “vrijwillig prijsgeven”.
Een vennootschap kan gelden verstrekken aan een aanmerkelijkbelanghouder, bijvoorbeeld in de vorm van een lening of een rekening-courant. Uit de jurisprudentie blijkt dat sprake kan zijn van een onttrekking op twee momenten: op het moment van verstrekking van de gelden en op een later moment.
Volgens de Hoge Raad is op het moment van verstrekking sprake van een onttrekking als “op dat moment vaststaat of zo goed als zeker is dat de aandeelhouder deze geleende gelden niet kan of zal aflossen”.
Op een later moment kan ook sprake zijn van een onttrekking indien er sprake is van het prijsgeven van de rechten die de vennootschap als crediteur toekomen, op grond van de met de aandeelhouder bestaande vennootschappelijke betrekkingen. Of als er sprake is van het vrijwillig prijsgeven van de rechten die de vennootschap op grond van een geldleningsovereenkomst als schuldeiser toekomen. De Hoge Raad geeft in het genoemde arrest geen nadere invulling aan deze begrippen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 15 juni
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel