Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur met de koerslijst van Autotelex-pro een betere maatstaf hanteert voor de berekening van de verschuldigde BPM. De naheffing is terecht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X doet BPM-aangifte voor een ingevoerde tweedehands personenauto van het merk BMW. X gebruikt hiervoor de koerslijst van X-RAY. Volgens de inspecteur bevat deze lijst niet het juiste referentievoertuig voor het betreffende type. De auto van X rijdt namelijk op diesel, heeft een vermogen van 135 kW/184 PK, heeft vierwielaandrijving en genereert een CO2-uitstoot van 153 gr/km. In geschil is de naheffingsaanslag van € 1.042 die is gebaseerd op de koerslijst van Autotelex-pro. Deze koerslijst bevat wel het referentievoertuig van het juiste type. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (MK I, 17 juni 2016, BK-15/01054, V-N Vandaag 2016/1588) oordeelt dat de inspecteur met de koerslijst van Autotelex-pro een betere maatstaf hanteert voor de berekening van de verschuldigde BPM. X stelt vergeefs dat niet kan worden nageheven nadat het belastbare feit (de registratie) zich heeft voorgedaan. Anders dan X stelt, is namelijk niet het tijdstip van registratie, maar het tijdstip van voldoening doorslaggevend voor de bevoegdheid tot naheffing. Vanaf het moment van voldoening ontstaat die bevoegdheid en deze eindigt pas vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 31 januari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen