Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast om aannemelijk te maken dat de realisatie van het therapeutisch zwembad heeft plaatsgevonden op medisch voorschrift. De uitgaven kunnen dus niet als kosten in verband met aanpassingen van een woning in aftrek worden gebracht.

X realiseert in de jaren 2012 en 2013 een therapeutisch zwembad aan huis voor de behandeling van de ziekte van zijn zoon. Dit zwembad heeft een positieve impact op het ziekteverloop en draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van leven van zijn zoon. In zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 brengt X de uitgaven in verband met de realisatie van het zwembad als specifieke zorgkosten in aftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast om aannemelijk te maken dat de realisatie heeft plaatsgevonden op medisch voorschrift. De overgelegde verklaringen bevatten slechts een advies om gebruik te maken van een therapeutisch zwembad, niet een advies om een zwembad aan huis te realiseren. De verklaringen missen het voorschrijvend karakter. De uitgaven kunnen dus niet als kosten in verband met aanpassingen van een woning in aftrek worden gebracht. Het therapeutisch zwembad kan evenmin worden aangemerkt als een hulpmiddel in de zin van art. 6.17 Wet IB 2001. De navorderingsaanslagen dienen wel te worden verminderd, omdat de inspecteur de drempelbedragen voor de aftrek van specifieke zorgkosten te hoog heeft vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 20 januari

73

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen