Rechtbank Den Haag oordeelt dat nu de hyperthermiebehandelingen niet door een paramedicus in de zin van art. 6.17 lid 9 Wet IB 2001 zijn uitgevoerd, reeds om die reden geen mogelijkheid bestaat om de kosten van die behandeling af te trekken.

X lijdt aan een vorm van kanker en ondergaat in verband daarmee hyperthermiebehandelingen in Duitsland. Deze behandelingen worden verricht door een zogenoemde Heilpraktiker. In zijn aangifte IB/PVV 2018 brengt X de kosten als uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat nu de hyperthermiebehandelingen niet door een paramedicus in de zin van art. 6.17 lid 9 Wet IB 2001 zijn uitgevoerd, reeds om die reden geen mogelijkheid bestaat om de kosten van die behandeling af te trekken. De vraag of de behandelingen al dan niet op voorschrift van een arts hebben plaatsgevonden, behoeft geen verdere behandeling. De keuze van de wetgever om een Heilpraktiker niet als paramedicus te beschouwen, is niet evident van redelijke grond ontbloot. De inspecteur is niet gebonden aan de Duitse wetgeving dan wel hetgeen het Duitse Gesundheitsamt heeft vastgesteld. Het beroep van X op het discriminatieverbod faalt dan ook.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 39

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 20 januari

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen