X werkt bij de NATO. Over de IB-aanslag over het jaar 2003 bestaat er onenigheid over of X recht heeft op een algehele belastingvrijstelling, omdat hij in het bezit is van een diplomatiek paspoort. De inspecteur doet er circa 30 maanden over om uitspraak op het bezwaar van X te doen. In hoger beroep verwijst X naar een wetsvoorstel over schadevergoeding bij termijnoverschrijding door bestuur en rechter. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de lange duur van de bezwaarfase niet kan leiden tot vermindering of vernietiging van de aanslag. X brengt in cassatie naar voren dat het hof had moeten beoordelen of de lange behandelingsduur een schadevergoeding rechtvaardigt.
De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van X bezwaarlijk anders kan worden opgevat dan dat hij verzoekt om vergoeding van geleden immateriële schade door de lange behandelingsduur. Volgens de Hoge Raad is het oordeel van het hof onbegrijpelijk als het oordeel van het hof berust op de veronderstelling dat X geen aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van immateriële schade. De uitspraak van het hof kan niet in stand blijven. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 13 juli