Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat het gebruikelijk loon van haar DGA moet worden vastgesteld op een lager bedrag dan € 41.000.  

Belanghebbende, X, is een Engelse Limited Company. Op 4 maart 2011 wordt de heer C samen met zijn echtgenote (ieder voor 50% van de aandelen) aandeelhouder van X. C wordt op die dag tevens bestuurder van X. In geschil zijn de naheffingsaanslagen loonheffingen en boeten die de inspecteur aan X heeft opgelegd voor de tijdvakken augustus 2010 tot en met juni 2011.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat het gebruikelijk loon van haar DGA moet worden vastgesteld op een lager bedrag dan € 41.000. X stelt dat haar winst in 2011 door de accountant is geschat op een bedrag tussen de € 10.000 en € 15.000. Met deze van iedere onderbouwing ontblote stelling heeft X echter niet aannemelijk gemaakt dat het gebruikelijk loon op een lager bedrag dient te worden vastgesteld dan het bedrag van € 41.000. X heeft derhalve niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast. De rechtbank volgt de Belastingdienst in het standpunt van de betaalverzuimboete moet worden verminderd tot € 50. Voor de aangifteverzuimboete kan de inspecteur zich vinden in het bedrag van € 61.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 8 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen