Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het loonbeslag niet in mindering komt op de totaal ontvangen pensioenuitkeringen voor toepassing van het verdrag met Duitsland. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X is woonachtig in Duitsland en ontvangt een Anw- en pensioenuitkering van een Nederlands pensioenfonds. X is vanwege onbehoorlijk bestuur in zijn functie als directeur van een stichting veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Hiertoe is loonbeslag gelegd op een deel van de pensioenuitkering. X heeft in zijn aangifte IB het loonbeslag in mindering gebracht op zijn totale inkomen, waardoor dit minder bedraagt dan € 15.000, en stelt dat hierdoor de heffing over de uitkeringen is toegewezen aan Duitsland. De inspecteur wijkt hiervan bij het opleggen van de aanslag af.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2022/15.1.1) oordeelt dat het loonbeslag niet in mindering komt op de totaal ontvangen pensioenuitkeringen voor toepassing van het verdrag met Duitsland. Het feit dat loonbeslag is gelegd op de pensioenuitkering, betekent niet dat X de pensioenuitkering niet heeft genoten. Nederland heeft hierdoor het heffingsrecht over de pensioenuitkeringen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Lees ook het thema: Vereenvoudigd derdenbeslag.
Wetsartikelen: