Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Belastingdienst het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. 

X maakt bezwaar tegen een tweetal aanslagen vennootschapsbelasting. Het bezwaarschrift luidt: "De aanslag is opgelegd naar een te hoog bedrag. Belanghebbende is het niet eens met de vastgestelde belastbare winst". In geschil is of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van een motivering.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Belastingdienst het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De inhoud van de bezwaarschriften laat geen andere uitleg toe dan dat X heeft doen blijken dat zij met de inspecteur van mening verschilde over de juistheid van de aanslagen. Hierin ligt onmiskenbaar besloten een grond voor het maken van bezwaar tegen de aanslagen. Art. 6:5, lid 1, onderdeel d, van de Awb stelt geen eisen aan de gefundeerdheid van de motivering van een bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verwijst de zaak terug naar de Belastingdienst die opnieuw uitspraak op bezwaar zal moeten doen.

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 22 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen