Belanghebbende, X, is begunstigde van ‘Stiftung' A. A is opgericht naar het recht van Liechtenstein. V, de vader van X, heeft de Stiftung ingesteld. X ontvangt jaarlijks een uitkering van € 25.000 à € 30.000 van A. De inspecteur merkt de schenking aan als een belastbare uitkering in de zin van art. 3:101 lid 1 onderdeel d Wet IB 2001. In geschil is of A transparant is. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X een uitkering heeft ontvangen van een rechtspersoon en dat A niet transparant is.
Hof Den Haag oordeelt dat A niet transparant is. Volgens het hof kon V namelijk niet over het vermogen van A beschikken als ware het zijn eigen vermogen. Het hof wijst er hierbij op dat V weliswaar het initiatief nam tot het doen van de periodieke uitkeringen, maar dat voor de uitvoering de goedkeuring van het bestuur van A was vereist. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.101