Indien een aantal internationaal opererende bedrijven zich na de Brexit in Nederland vestigt, kan dit leiden tot meer aanvragen voor toepassing van de 30%-regeling voor inkomende werknemers. De budgettaire gevolgen daarvan zijn op dit moment niet goed in te schatten. Dat antwoordt staatssecretaris Snel van Financiën op vragen vanuit de Tweede Kamer over het fiscaal overgangsrecht in geval van een no deal Brexit (V-N 2019/9.4).
Het overgangsrecht voor bedrijven beoogt met name acute fiscale gevolgen en administratieve lasten te voorkomen en tegelijkertijd de uitvoeringslasten voor de Belastingdienst te beperken. Van personen die in het Verenigd Koninkrijk (VK) wonen maar uit Nederland inkomen uit tegenwoordige arbeid verwerven, verwacht de Belastingdienst dat enkele honderden tot circa 2000 personen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige zijn. De hoogte van het belastingnadeel voor hen is heel erg afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de belastingplichtige, met name of er sprake is van recht op aftrekposten. Belastingplichtigen die niet kwalificeren als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige verliezen als gevolg van een no deal Brexit alleen het recht op het belastingdeel van de arbeidskorting en in sommige gevallen van de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 12 maart
Carrousel: Carrousel