Hij gaat onder meer in op mogelijke dubbele belastingheffing bij samenloop van een hybridemismatchmaatregel en de toepassing van zogenoemde CFC-maatregelen. Omdat beide maatregelen een prohibitief karakter hebben en het doel van de maatregelen om belastingontwijking te voorkomen effectiever wordt bereikt indien de complexe samenloop niet wordt geregeld, acht de bewindsman het in deze specifieke situaties gerechtvaardigd dubbele heffing te accepteren. Verder gaat hij in op vragen over geïmporteerde hybride mismatches. Ook geeft Snel een uitgebreide verduidelijking van de situaties waarop de documentatieverplichting van toepassing is en van de verschillende waarborgen bij toepassing van de documentatieverplichting.
De NOB vraagt onder meer of een beroep kan worden gedaan op de hardheidsclausule in de situatie dat Nederland in het buitenland gelegen vastgoed aanmerkt als een vaste inrichting, terwijl de staat waarin dit vastgoed is gelegen dit niet doet maar het inkomen behaald uit of met dit vastgoed wel belast met winstbelasting. Snel acht het niet waarschijnlijk dat Nederland op basis van de eigen wetgeving een vaste inrichting constateert enkel op basis van in het buitenland gelegen vastgoed, terwijl de andere staat dat niet doet. Mocht die situatie zich toch voordoen, dan is de hardheidsclausule niet het meest geëigende middel om voor deze situaties beleid te ontwikkelen. Indien er signalen komen dat deze situatie zich in de praktijk toch voordoet, zal worden bezien of nadere regelgeving gewenst is.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 2 december