Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de wijziging in het gebied waar betaald parkeren geldt rond het PSV-stadion door bebording voor X voldoende duidelijk moet zijn geweest.

X parkeert zijn auto in Eindhoven. Een parkeercontroleur constateert dat in de auto geen duidelijk zichtbaar betaalbewijs ligt en dat geen sprake is van digitale aanmelding. Hij legt een naheffingsaanslag op. X komt in beroep en stelt dat het ter plaatse, in de buurt van het PSV-stadion, onduidelijk was dat parkeerbelasting verschuldigd was. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De verschuldigdheid van de parkeerbelasting ter plaatse is voldoende kenbaar gemaakt en moet ook kenbaar zijn geweest voor X. Op weg naar de parkeerplaats is X een bord gepasseerd waaruit blijkt dat zij een betaald parkeren zone inreed, wat haar overigens ook bekend was. Door toevoeging van een geel bord ‘LET OP!!!! per 2-7-2018 betaald parkeren’ is ook geattendeerd op een ter plaatse gewijzigde situatie. Bij het bord staat een goed herkenbare betaalautomaat, die X ook is gepasseerd. Dat X na het uitstappen niet langs de automaat is gelopen, doet niet af aan het feit dat ten tijde van het parkeren al voldoende duidelijk was gemaakt dat ter plaatse voortaan parkeerbelasting werd geheven. De rechtbank oordeelt niet over de vraag of volgens de toepasselijke wet- en regelgeving de juiste verkeersborden zijn gebruikt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 2 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen