Hof Den Haag is met de rechtbank van oordeel dat de ontvanger met het afboeken van de betekeningskosten en het aanbieden van een betalingsregeling uitspraak heeft gedaan op het bezwaar van X tegen de betekeningskosten van het dwangbevel. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een bedrag aan betekeningskosten dat de invorderingsambtenaar van SVHW aan hem in rekening heeft gebracht. De invorderingsambtenaar bericht X dat de betekeningskosten zijn afgeboekt en dat X de aanslag in twee (restende) termijnen kan voldoen. Als betaling uitblijft, trekt de ontvanger de betalingsregeling in. X stelt beroep in tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar door de ontvanger.
Hof Den Haag (V-N 2019/19.24.29) is met de rechtbank van oordeel dat de ontvanger met het afboeken van de betekeningskosten en het aanbieden van een betalingsregeling uitspraak heeft gedaan op het bezwaar van X tegen de betekeningskosten van het dwangbevel. Van het niet tijdig beslissen op bezwaar tegen de in rekening gebrachte betekeningskosten is derhalve geen sprake, zodat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen op dat bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het verzoek om toepassing van een dwangsom heeft de rechtbank op goede gronden afgewezen. Bezwaar en beroep tegen een besluit tot verlening, intrekking of wijziging van een betalingsregeling is niet mogelijk op grond van 8:5 Awb. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:5