Brief Staatssecretaris van Financiën, 27 januari 2014 IFZ/2014/88 U
De Staatssecretaris van Financiën heeft aan de Eerste Kamer een brief geschreven waarin hij nadere uitleg geeft over het standpunt van de regering inzake het voorstel van de Europese Commissie tot aanpassing van de Europese Moeder-Dochterrichtlijn. Hij deelt mee dat de regering het voorstel van de Commissie steunt om een juridisch afdwingbare oplossing te formuleren ten aanzien van de fiscale mismatches als gevolg van het gebruik van ‘hybride leningen'. Hij vindt het een gerichte oplossing waarmee het creëren van een belastingaftrek zonder dat daar een heffing tegenover staat, binnen de EU op effectieve wijze kan worden opgelost. De regering steunt echter niet het voorstel van de Commissie om een algemene antimisbruikbepaling in te voeren. De regering vindt het een verkeerd instrument om belastingontwijking aan te pakken dat zelfs kan leiden tot verslechtering ten opzichte van de huidige situatie. Zo is de bepaling te algemeen en subjectief opgesteld waardoor lidstaten uitlopende interpretaties kunnen hebben over de toepassing van deze bepaling zodat er veel onzekerheid zal ontstaan bij bonafide internationaal opererende bedrijven. Verder heeft deze bepaling tot gevolg dat Nederlandse verantwoordelijkheden op het gebied van de regelgeving om belastingontwijking te bestrijden, verschuiven naar de EU, wat ten koste gaat van de effectiviteit en de flexibiliteit om nieuwe vormen van misbruik te bestrijden. Nederland staat overigens niet alleen in zijn afwijzing van de voorgestelde algemene antimisbruikbepaling. Tevens verstrekt de staatssecretaris in zijn brief een vergelijking tussen de fiscale elementen van het vestigingsklimaat in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 29 januari