Rechtbank Den Haag handhaaft de aan ex-profvoetballer X opgelegde (navorderings)aanslagen. Aannemelijk is dat X niet aangegeven inkomsten heeft genoten.

In april 2014 is belanghebbende, X, bij een gezamenlijke actie van de politie en Belastingdienst staande gehouden. X reed op dat moment in een dure BMW. Volgens X was hij financieel in staat eigenaar van de kostbare auto te zijn omdat hij ex-profvoetballer en thans voetbalmakelaar is. De inspecteur doet vervolgens nader onderzoek naar X die in juni 2013 is gestart met een onderneming. In zijn aangifte IB/PVV 2013 verantwoordt X een nettowinst van € 11.115. Over de jaren 2008 tot en met 2012 is bij de inspecteur geen inkomen van X bekend. Eind 2014 wordt bij X een boekenonderzoek uitgevoerd waarbij de inkomstenbelasting over de jaren 2009 tot en met 2013 is onderzocht. Aan de hand van bankafschriften van X maakt de inspecteur een vermogensvergelijking en een kasopstelling. De uitkomst is een negatief netto privé over alle jaren met uitzondering van 2011. In geschil zijn de naar aanleiding daarvan opgelegde (navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw.

Volgens Rechtbank Den Haag is er sprake van een navordering rechtvaardigend nieuw feit. X heeft geen aannemelijke verklaring gegeven om de negatieve uitkomst van de vermogensvergelijking en de kasopstellingen te verklaren. Dit betekent dat X in de in geschil zijnde jaren niet aangegeven inkomsten heeft genoten. De (navorderings)aanslagen zijn niet te hoog vastgesteld en blijven in stand. De rechtbank kent X wel immateriële schadevergoeding toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen