Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij in de jaren 2008 - 2010 al aangiften schenkingsrecht en schenkbelasting heeft ingediend. De inspecteur heeft namelijk gemotiveerd gesteld dat hij de aangiften niet eerder dan op 27 december 2017 heeft ontvangen.

In verband met het overlijden van hun vader in 2006 verkrijgt hun moeder onderbedelingsvorderingen op X en zijn broer en zussen. Deze vorderingen worden in de jaren 2007 - 2010 kwijtgescholden. Naar aanleiding van het overlijden van de moeder in 2016, raakt de inspecteur op de hoogte van deze schenkingen en legt hij aanslagen schenkingsrecht en schenkbelasting op. X stelt dat hij in de jaren 2008 - 2010 al aangiften heeft verzonden en dat de aanslagen niet tijdig zijn opgelegd.

Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij in de jaren 2008 - 2010 al aangiften schenkingsrecht en schenkbelasting heeft ingediend. De inspecteur heeft namelijk gemotiveerd gesteld dat hij de aangiften niet eerder dan op 27 december 2017 heeft ontvangen. Het hof overweegt hierbij ook dat X niet aannemelijk maakt dat hij en/of zijn moeder in het verleden hebben verzocht om een uitnodiging tot het doen van aangiften voor het schenkingsrecht/ schenkbelasting. De aanslagen zijn dan ook tijdig, naar aanleiding van de brief van 18 december 2017, opgelegd. De aanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 3 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen