Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat negatief loon aftrekbaar is op het tijdstip van de bijschrijving van een geldverstrekking op het saldo van een schuld. De in 2019 gedane aflossingen komen niet meer in aanmerking als aftrekbaar negatief loon.
X is in loondienst bij zijn broer die een persoonsgebonden budget heeft. X doet alle huishoudelijke werkzaamheden en krijgt daarvoor loon in natura in de vorm van kost en inwoning. X en zijn broer sluiten hiertoe in 1991 een arbeidsovereenkomst. Omdat X gedurende langere tijd niet alle uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen nakomt, komen X en zijn broer in 2000 overeen dat de broer voor alle uren die X niet werkt een vordering krijgt op X. De bedragen voor de niet gewerkte uren schrijven zij bij op het saldo van de schuld van X aan zijn broer. De laatste bijboekingen van de schuld vinden in 2009 plaats. X lost voor het eerst af in 2019. In zijn aangifte IB/PVV geeft hij een bedrag van € 35.332 aan als negatief loon. De inspecteur neemt deze negatieve inkomsten niet in aanmerking.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de in 2019 gedane aflossingen niet kwalificeren als negatief loon. Bij het vaststellen van de bedragen ter compensatie van de niet gewerkte uren, was onmiskenbaar sprake van het vaststellen van negatief loon. Het negatieve loon is verrekend met de bijboekingen op de schuld. Het komt dus alleen voor aftrek in aanmerking op de tijdstippen waarop het als geldverstrekking werd bijgeschreven op het saldo van de schuld. Nu dit voor het laatst in 2009 gebeurde, komt het negatieve loon in 2019 niet meer voor aftrek in aanmerking.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Algemene wet bestuursrecht 8:69
Wet inkomstenbelasting 2001 3.146
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 17 juli