Rechtbank Den Haag oordeelt dat het bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding omdat de Belastingdienst per abuis is uitgegaan van de datum van binnenkomst van de motivering in plaats van die van het pro forma bezwaarschrift.

X doet op 19 januari 2012 BPM-aangifte voor een BMW personenauto. De belasting wordt voldaan op 26 januari 2012. Per brief van 5 maart 2012 maakt X pro forma bezwaar tegen de voldoening op aangifte. Per brief van 5 april 2012 wordt dit bezwaar nader gemotiveerd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding omdat de Belastingdienst per abuis is uitgegaan van de datum van binnenkomst van de motivering in plaats van die van het pro forma bezwaarschrift. Nu het pro forma bezwaar tijdig is ingediend, is het bezwaar ontvankelijk. De rechtbank wijst de zaak op verzoek van X terug naar de Belastingdienst. Het verzoek van X om een vergoeding van de werkelijke proceskosten wijst de rechtbank af. 

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 6 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen