Het kabinet stelt de komende twee jaar aanvullende middelen beschikbaar om bedrijven in de glastuinbouw, de voedselverwerkende industrie, de papier en de chemie tegemoet te komen in de energiekosten. Een generieke aanpassing van de ODE-tarieven is onderzocht. De aanpassing van de ODE-tarieven richt zich echter niet specifiek op bovengenoemde sectoren en biedt daarom volgens het kabinet geen adequate oplossing.
Het uiteindelijke instrument moet bijdragen aan het handelingsperspectief van bedrijven om de ODE-lasten te beperken en moet bijdragen aan de energie- en klimaattransitie. Daarbij is het ook van belang dat het instrument dat gekozen wordt snel inzetbaar is, dit betekent dat het uitvoerbaar moet zijn en binnen de staatsteunregels moet passen.
Het bedrijfsleven constateert dat met name in procesefficiëntie en energiebesparing nog veel investeringen mogelijk zijn. Met deze investeringen kunnen bedrijven de stijging van ODE-lasten in de toekomst beperken en leveren zij een bijdrage aan de CO2-reductieopgave van de industrie. Daarom kijkt de minister op dit moment naar verschillende opties om de benodigde eigen investering voor dit soort maatregelen naar beneden te brengen, waaronder de inzet van de VEKI, de subsidieregeling versnelde klimaatinvesteringen. Het doel is om ervoor te zorgen dat de benodigde bedrijfsinvesteringen met de nodige steun, binnen een redelijke termijn kunnen worden terugverdiend.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 7 december