Kamerstukken II 2014/15, 34036, nr. 14
De Staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het nader verslag inzake de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties naar de Tweede Kamer gestuurd.
Hij stelt onder meer dat het wetsvoorstel geen inbreuk maakt op de wijze waarop partijen hun arbeidsrelaties kunnen vormgeven. De wettelijke scheidslijn tussen dienstbetrekking en zelfstandigheid verandert niet. Zo blijft de dienstverlening voor zzp'ers door intermediairs tot de mogelijkheden behoren. Daar worden geen drempels voor opgeworpen.
Intermediairs die zekerheid willen krijgen over de loonheffingen, kunnen een (voorbeeld)overeenkomst aan de Belastingdienst ter beoordeling aanbieden. Als een intermediair uitsluitend bemiddelt tussen een zzp'er en een onderneming die de zzp'er wil inhuren, is er geen sprake van een dienstbetrekking tussen de zzp'er en de intermediair. De intermediair legt in die situatie het contact tussen de twee partijen en treedt daarna terug. Indien er echter zowel tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer als tussen de intermediair en de opdrachtnemer een overeenkomst wordt afgesloten, kan de overeenkomst tussen de intermediair en de opdrachtnemer worden gezien als een aanvullende overeenkomst, die ‘bovenop' de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer komt. Beide overeenkomsten kunnen dan ter beoordeling aan de Belastingdienst worden voorgelegd.
De verhoudingen tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en intermediair moeten in samenhang beoordeeld worden.
Als een intermediair meer doet dan alleen bemiddelen, kan er onder omstandigheden sprake zijn van een dienstbetrekking of van een fictieve dienstbetrekking. Met name de omstandigheid dat de zzp'er zijn arbeidsbeloning niet van zijn opdrachtgever ontvangt, maar van zijn intermediair, maakt het lastig om het oordeel te geven dat er geen sprake is van een dienstbetrekking of van de fictieve dienstbetrekking voor uitzendkrachten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 17 juni