Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Uit de nota blijkt dat de benodigde uitvoeringstoets nog door de Belastingdienst moet worden opgesteld. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat de uitvoering pas vanaf 2023 plaatsvindt. Daarom is er voor gekozen om geen spoedaanvraag bij de Belastingdienst te doen. De uitvoeringstoets is naar verwachting over 8 weken gereed.

Met de nota van wijziging is woningcorporaties de mogelijkheid gegeven om in 2024 bij de Belastingdienst een inkomensverklaring over 2022 op te vragen van huurders die een huurverlaging hebben gekregen op basis van het door henzelf opgegeven inkomen over de zes maanden voorafgaand aan het verzoek. Alleen als hieruit blijkt dat het inkomen over 2022 lager was dan de toepasselijke inkomensgrens, en er dus niet enkel sprake was van een tijdelijke inkomensdip in 2021, heeft de huurder recht op een permanente huurverlaging.

Het kabinet is van mening dat een huurverlaging niet met terugwerkende kracht ongedaan kan worden gemaakt als uit de verklaring over de inkomenscategorie blijkt dat het inkomen in 2022 boven de toepasselijke grens lag om hoge terugvorderingen te voorkomen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Huurrecht

Dossiers: Prinsjesdag 2020

Editie: 21 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen