Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. X maakt namelijk niet aannemelijk dat zij vergelijkbaar is met een Nederlands pensioenlichaam.

X is een in het Verenigd Koninkrijk (VK) gevestigde vennootschap en staat daar geregistreerd als verzekeringsmaatschappij. Zij sluit ‘unit-linked polissen’ met grote in het VK gevestigde institutionele pensioenverzekeraars. De in verband hiermee ontvangen inleggelden, belegt X in aandelen. X belegt ook in Nederlandse aandelen. Op de dividenden die zij op deze aandelen ontvangt, wordt 15% dividendbelasting ingehouden. X verzoekt om teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. Volgens de rechtbank maakt X niet aannemelijk dat zij vergelijkbaar is met een Nederlands pensioenlichaam. X staat namelijk formeel wel als verzekeraar geregistreerd, maar ten aanzien van haar beleggingsactiviteiten kan zij niet als verzekeraar van pensioenen worden aangemerkt. Zij verricht slechts beleggingsdiensten voor pensioenlichamen en ontvangt hiervoor een fee van de pensioenlichamen waarvoor zij haar werkzaamheden verricht. Verder merkt de rechtbank nog op dat X aan de VPB-heffing zou zijn onderworpen, als zij in Nederland gevestigd zou zijn. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 10

Wet op de dividendbelasting 1965 1

Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971 3

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen