Hof Den Haag oordeelt dat de nieuwe aanslag BIZ-bijdrage over 2016 in stand kan blijven ondanks het feit dat de verordening pas in de loop van het jaar in werking is getreden en X geen stembiljet ontvangen heeft voor de draagvlakmeting. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

X komt in hoger beroep tegen een aanslag BIZ-bijdrage 2016. In de loop van het hoger beroep legt de heffingsambtenaar aan X een nieuwe aanslag BIZ-bijdrage 2016 op voor hetzelfde bedrag.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2019/2394) oordeelt dat de nieuwe aanslag BIZ-bijdrage over 2016 in stand kan blijven ondanks het feit dat de verordening pas in de loop van het jaar in werking is getreden. Het hof vernietigt de oude aanslag omdat de BIZ-verordening ten tijde van het opleggen van die aanslag nog niet verbindend was. De nieuwe verordening is op 9 september 2016 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 in werking getreden. Voor X was de heffing van de BIZ-bijdrage over 2016 in redelijkheid voorzienbaar gelet op het feit dat de verordening reeds op 22 september 2015 bekend gemaakt is in het gemeenteblad. Aangezien de nieuwe aanslag ter vervanging dient van de niet rechtsgeldige aanslag, heeft het ingestelde hoger beroep van rechtswege mede betrekking op de nieuwe aanslag. X stelt dat de aanslag niet op een verbindende verordening berust omdat de totstandkomingsprocedure van de BIZ-bijdrage niet rechtsgeldig is geweest, aangezien zij geen stembiljet heeft ontvangen. De heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat het stembiljet naar X is verzonden. Echter, nu X op de hoogte was van het voornemen om de verordening in werking te laten treden en een BI-zone in te stellen en zij de mogelijkheid heeft gehad en genomen zich schriftelijk uit te spreken tegen de inwerkingtreding hiervan, is voldaan aan de eis van draagvlakmeting. Voorts is sprake van ruim voldoende steun onder de bijdrageplichtigen. Het Hof is derhalve van oordeel dat de aanslag berust op een verbindende verordening.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de bedrijveninvesteringszones 5

Wet op de bedrijveninvesteringszones 4

Algemene wet bestuursrecht 6:24

Algemene wet bestuursrecht 6:19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 oktober

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen