X is het niet eens met aanslagen waterschapsbelastingen voor het jaar 2009. Hof 's-Gravenhage verklaart het hoger beroep van X gegrond, vernietigt de uitspraak van Rechtbank Dordrecht (die het beroep van X ongegrond verklaarde), vernietigt de uitspraak van de heffingsambtenaar en wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar. Tegen de beslissing van het hof stelt X cassatieberoep in. De Hoge Raad overweegt ambtshalve dat Hof 's-Gravenhage de goede procesorde heeft geschonden door uitspraak te doen zonder kennis te nemen van de door X ingediende nadere stukken (HR 14 december 2012, nr. 12/00874, V-N 2012/63.7). De Hoge Raad besluit de hofuitspraak ambtshalve te vernietigen. Na verwijzing kan het hof de stukken alsnog in de beoordeling betrekken.

Hof Amsterdam wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar ter behandeling van de bezwaren van X tegen de aanslagen in de watersysteemheffing gebouwd en de wegenheffing gebouwd. De heffingsambtenaar heeft erkend voor deze aanslagen prematuur uitspraak op bezwaar te hebben gedaan omdat ten tijde van de uitspraken op bezwaar de WOZ-waarde nog niet onherroepelijk vaststond. Het hof oordeelt verder dat de rechtbank in haar uitspraak over de aanslagen in de watersysteemheffing (gebruiker), wegenheffing (gebruiker) en de zuiveringsheffing op goede gronden tot een juist oordeel is gekomen. Hetgeen X in hoger beroep en in zijn reactie op het verwijzingsarrest heeft aangevoerd, werpt geen nieuw of ander licht op de zaak.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 131