In hoger beroep accepteert de inspecteur de Spaanse woning van X als eigen woning. Het hof besluit de proceskosten te matigen vanwege de proceshouding van X.

Belanghebbende, X, woont een deel van 2006 in een huurwoning in Nederland en een deel in een eigen woning in Spanje. X is binnenlands belastingplichtig. In geschil is of de Spaanse woning voor X een eigen woning vormt als bedoeld in art. 3.111 Wet IB 2001.

Hof Arnhem-Leeuwarden ziet in de proceshouding van X reden om de proceskosten voor bezwaar, beroep en hoger beroep met toepassing van art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht te matigen tot € 500. Hoewel het aanwenden van rechtsmiddelen niet uitsluitend aan de proceshouding van X te wijten is geweest, blijkt wel dat X bij herhaling heeft verzuimd de gevraagde informatie over de Spaanse woning te verstrekken. Ook in de fase van beroep en hoger beroep is X nalatig geweest in het verstrekken van het nodige bewijsmateriaal. Eerst nadat het hof X alsnog – in het kader van het hervatte vooronderzoek – in de gelegenheid heeft gesteld nader bewijs te leveren, heeft X hieraan gevolg gegeven op een zodanige wijze dat de inspecteur alsnog akkoord is gegaan met de door X geclaimde aftrek inzake de negatieve inkomsten van de Spaanse eigen woning.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen