Belanghebbende, X, is gehuwd geweest met de heer C. In het echtscheidingsconvenant van 20 oktober 2005 is haar een alimentatie van € 500 per maand toegekend. De eerste betaling vindt plaats in 2006. Als X in de aangifte IB 2008 de ontvangen alimentatie van € 6.298 aangeeft als bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet (Zvw), baseert de inspecteur op dat inkomen de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. X vecht de aanslag Zvw aan en verzoekt om toepassing van het nultarief, aan welk verzoek de inspecteur niet tegemoetkomt. X stelt dat zij over de ontvangen alimentatie geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw is verschuldigd omdat bij het vaststellen van de alimentatie in 2005 nog geen rekening is gehouden met de per 1 januari 2006 ingevoerde bijdrage Zvw. Zij beroept zich op de overgangsbepaling dienaangaande.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat beslissend is of de uitkering in 2005 in de zin van artikel 3.146 Wet IB is genoten. Volgens de rechtbank staat vast dat de uitkering in 2005 niet is ontvangen of verrekend, noch ter beschikking is gesteld. De uitkering is wel in 2005 al vorderbaar maar de vraag is of de alimentatie toen ook al inbaar was. Op de zitting komt vast te staan dat de ex-echtgenoot van X in 2005 niet bereid was om de betaling van de uitkering al in 2005 te laten aanvangen. Pas in 2006 voldoet hij aan zijn verplichtingen. De Rechtbank oordeelt daarom dat de alimentatie-uitkering niet al in 2005 inbaar was zodat de alimentatie niet voldeed aan de overgangsbepaling van artikel 5.2, lid 1, onderdeel c, Regeling zorgverzekering. Het nultarief is daarom niet van toepassing op de door X ontvangen alimentatie-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid ziektekosten
Instantie: Rechtbank Haarlem