Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X vanwege de late overlegging van de gedingstukken door de inspecteur een proceskostenvergoeding voor de (hoger) beroepsfase krijgt van in totaal € 3036. X krijgt voorts een immateriële schadevergoeding van € 1000. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X doet BPM-aangifte voor een BMW 114d met schade en voldoet € 359, maar wil later alsnog een marge- en een ex-rental-correctie toepassen. Volgens Rechtbank Gelderland (V-N Vandaag 2019/1018) maakt X niet aannemelijk dat te veel BPM is voldaan. Er is namelijk verzuimd om de stelling met concrete gegevens te onderbouwen. X gaat in hoger beroep, waarna de inspecteur na de eerste zitting alsnog de kentekengegevens en datum tenaamstelling overlegt. Niet meer in geschil is dat X geen recht heeft op een extra leeftijdskorting of een tussenliggend voordeliger tarief.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2022/54.1.3) oordeelt dat X vanwege de late overlegging van de gedingstukken door de inspecteur een proceskostenvergoeding voor de (hoger) beroepsfase krijgt van in totaal € 3036, waarbij ter voorkoming van discriminatie het normale forfait van € 759 per procespunt wordt toegepast (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13). Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X voorts een immateriële schadevergoeding van € 1000. X' beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 19 september
Informatiesoort: VN Vandaag