De Hoge Raad oordeelt dat in de betreffende verzendrapportages als adres van de uitlener uitsluitend het huidige adres wordt vermeld. Tot 1 januari 2016 was de uitlener echter niet gevestigd op dat adres en daarom is het oordeel van het hof onbegrijpelijk.

X bv sluit overeenkomsten met diverse hoofdopdrachtgevers in de telecom- en glasvezelbranche, bij de uitvoering waarvan A bv wordt ingeschakeld. Technici van deze bv verrichten hun arbeid deels in de kantoren van de opdrachtgevers en gebruiken steeds hun software. In geschil is of X bv terecht als inlener aansprakelijk is gesteld voor de aan A bv opgelegde naheffingsaanslagen. Volgens Hof Den Haag zijn de aanslagen aan PostNL aangeboden ter verzending naar de juiste adressen. X bv stelt in cassatie dat uit de verzendrapportages van de Belastingdienst niet kan worden afgeleid dat de aanslagen naar het juiste adres van A bv zijn verzonden.

De Hoge Raad oordeelt dat in de betreffende verzendrapportages als adres van A bv uitsluitend het huidige adres wordt vermeld. Tot 1 januari 2016 was A bv echter niet gevestigd op dat adres en daarom is het oordeel van het hof onbegrijpelijk. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. Bij de beoordeling van de middelen voor het overige is het niet nodig antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (art. 81 lid 1 Wet RO). Verwijzing volgt naar Hof Amsterdam voor onderzoek naar de vraag of de vóór 1 januari 2016 verzonden aanslagbiljetten door een fout van de Belastingdienst A bv niet hebben bereikt voorafgaand aan de aansprakelijkstelling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 49

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

78

Gerelateerde artikelen