Hof Amsterdam oordeelt dat X ook in hoger beroep geen duidelijkheid verschaft over de manier waarop haar BMW is gefinancierd. X moet in 2005 extra - niet aangegeven - inkomen hebben genoten.

Belanghebbende, mevrouw X, heeft een laag inkomen en een box-3 vermogen van € 21.000. In 2005 koopt zij een BMW 325Ci Cabrio van ruim € 68.000. X geeft aan dat zij € 55.000 van haar nicht heeft geleend en dat ze de rest van de aankoopprijs met eigen geld en de inruil van haar oude Volkswagen Polo heeft voldaan. De inspecteur gelooft dit niet en legt een navorderingsaanslag op. X maakt bezwaar, maar weigert bankafschriften van haar rekeningen en van haar nicht te verstrekken. De belastingdienst neemt de BMW op 16 april 2008 in beslag.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank terecht de bewijslast heeft omgekeerd en verzwaard omdat X niet aan de informatieplicht heeft voldaan. X bewijst niet dat de correctie van € 64.071 onjuist is. De correctie is volgens het hof ook niet onredelijk. Niet aannemelijk is dat X de BMW heeft gefinancierd met een lening van haar nicht, die al lange tijd illegaal in Nederland verblijft en zelf geen inkomsten blijkt te hebben. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Het door X ingediende verzoek om schadevergoeding - vanwege het niet gebruiken van de BMW en waardedaling van de in beslag genomen auto - is niet-ontvankelijk nu het pas in hoger beroep is gedaans.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

1

Gerelateerde artikelen