A houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. A huurt een deel van de woning van X bv. Volgens X bv gebruikt A 55% van de woning en wordt de woning voor de rest zakelijk gebruikt. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv uitdelingen aan A heeft verricht. De inspecteur stelt onder andere dat A de woning geheel voor privéaangelegenheden in gebruik heeft. Verder is de betaalde huurprijs volgens de inspecteur onzakelijk laag. De inspecteur legt naheffingsaanslagen dividendbelasting aan X bv op in verband met de geconstateerde uitdeling. De aanslagen hebben ook betrekking op reis- en verblijfkosten die X bv aan A heeft vergoed.
Hof Amsterdam oordeelt dat X bv een uitdeling heeft verricht in verband met de verhuur van de woning. Volgens het hof is de in rekening gebrachte huur inderdaad onzakelijk laag. Verder merkt het hof nog op dat A de woning niet geheel voor privéaangelegenheden aanwendt, maar voor 90%. Volgens het hof is er voor 10% sprake van zakelijk gebruik. Ten aanzien van de verblijfskosten stelt het hof vast dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een in 2006 als bevoordeling aan te merken vermogensverschuiving zonder zakelijke grond vanuit het vermogen van X bv naar dat van A. Hieraan doet volgens het hof niet af dat X bv in 2010 een bedrag heeft doorbelast. Het hof vermindert de naheffingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 3