Het Hof van Justitie EU oordeelt dat België in strijd met het EU-recht handelt. Door de gehanteerde berekeningswijze bij het vaststellen van de verschuldigde IB, verliest BJ namelijk een deel van de belastingvoordelen die België toekent.
BJ, die fiscaal ingezetene van België is, werkt in loondienst in Luxemburg. Hij beschikt daar ook over een appartement, dat wordt verhuurd. Verder beschikt hij nog over twee in België gelegen onroerende zaken. De inkomsten uit loondienst en het appartement worden in Luxemburg belast en zijn in België vrijgesteld. België houdt met de Luxemburgse inkomsten rekening ter bepaling van de belasting. Deze belasting wordt vervolgens als uitgangspunt genomen voor de toepassing van enkele belastingverminderingen. Verder wordt de belasting verminderd naar verhouding van het aandeel van de vrijgestelde Luxemburgse inkomsten in de totale inkomsten van BJ. BJ is het hier niet mee eens, omdat hij door deze berekeningswijze niet ten volle kan profiteren van deze belastingvoordelen. Hij verliest namelijk naar rato van zijn vrijgestelde Luxemburgse inkomsten een deel van de belastingvoordelen waarop hij krachtens de Belgische regeling recht heeft.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat België in strijd met het EU-recht handelt. Door de gehanteerde berekeningswijze bij het vaststellen van de verschuldigde IB, verliest BJ namelijk een deel van de belastingvoordelen die België toekent. Dat BJ geen inkomsten van betekenis in België heeft is niet van belang omdat België in staat is om hem de betrokken belastingvoordelen toe te kennen. Ook is niet van belang dat BJ in Luxemburg ook belastingvoordelen heeft genoten.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 65
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 45
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 16 juli