De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank in haar uitspraak niet een beslissing over de wettelijke rente hoefde op te nemen. Er was voor de rechtbank namelijk geen aanspraak gemaakt op vergoeding daarvan. Omwille van de praktische uitvoerbaarheid moet ook wettelijke rente worden vergoed bij te late betaling van vergoeding griffierecht of (proces)kosten.

De heer X doet BPM-aangifte ter zake van een uit Duitsland ingevoerde schade-auto. De inspecteur verlaagt de verschuldigde BPM na bezwaar met € 1199 en geeft een forfaitaire bezwaarkostenvergoeding van € 244. Rechtbank Zeeland-West-Brabant kent aan X wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding toe van € 1000. Volgens Hof 's-Hertogenbosch had de inspecteur uiterlijk vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank de immateriële schadevergoeding moeten uitbetalen en hij is er dus ook wettelijke rente verschuldigd tot aan de dag van de algehele voldoening (zie HR 26 februari 2016, nr. 14/05747, BNB 2016/94, V-N 2016/14.4). Dit is echter onvoldoende reden om aan X een procesvergoeding toe te kennen of de inspecteur te verplichten het griffierecht te vergoeden. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank in haar uitspraak niet een beslissing over de wettelijke rente hoefde op te nemen. X had voor de rechtbank namelijk geen aanspraak gemaakt op vergoeding daarvan. De overweging van het hof dat de klacht van X slaagt, berust dus op een onjuiste rechtsopvatting. Het hof is dus in zoverre op verkeerde gronden tot de slotsom gekomen dat de klacht van X niet tot gegrondverklaring van het hoger beroep kon leiden. Het hof is er wel terecht vanuit gegaan dat de wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding is gaan lopen vier weken na de datum waarop de uitspraak van de rechtbank is gedaan. Omwille van de praktische uitvoerbaarheid moet dit uitgangspunt ook gelden voor een door de rechter uitgesproken veroordeling tot vergoeding van griffierecht of (proces)kosten. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Beleggingsinstellingen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Burgerlijk Wetboek Boek 6 119

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 december

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen